Blog

Fosfaatrechten in civielrechtelijk perspectief: nog veel onduidelijk

27/11/2017 - Agrarisch

Als de voortekenen niet bedriegen, zullen in 2018 eindelijk de fosfaatrechten ingevoerd worden. Voor de meeste melkveebedrijven zal dit geen grote gevolgen hebben, behalve voor de “knelgevallen”, waaronder de bedrijven die hebben geïnvesteerd met het oog op de uitbreiding van de melkproductie, zeg maar de groep die onlangs door het Gerechtshof Den Haag in het ongelijk is gesteld.

In dit artikel wil ik kort de aandacht vragen voor enkele civielrechtelijk aspecten, waar we in de praktijk tegenaan lopen. Het gaat dan om kwesties die onder andere spelen in pachtverhoudingen, bij ontvlechting van samenwerkingsverbanden, bij verdeling van nalatenschappen waarin een melkveebedrijf is betrokken, in- en uitscharing van vee, beëindiging van een erfpachtcontract en dergelijke. Allemaal zaken waar de overheid niet bij betrokken is. In essentie gaat het daarbij steeds over de vraag wie aanspraak kan maken op de fosfaatrechten, of op een vergoeding daarvoor, of hoe in het concrete geval de fosfaatrechten verdeeld moeten worden.

Een probleem waar adviseurs op dit moment mee te maken hebben is dat er nog maar weinig rechterlijke uitspraken zijn. Er loopt inmiddels een “proefprocedure” over de vraag of een verpachter bij het einde van de pacht aanspraak kan maken op fosfaatrechten of een vergoeding kan claimen, maar het wachten is op een definitief oordeel van de pachtkamer van het Gerechtshof in Arnhem, en gezien het principiële karakter van de zaak valt niet uit te sluiten dat de zaak in hoogste instantie in cassatie aan de Hoge Raad zal worden voorgelegd. Dat gaat nog wel even duren, zodat er voorlopig nog onzekerheid is. Hoe hiermee om te gaan? Het voordeel van onzekerheid is dat het voor beide partijen geldt, en dat biedt soms  ruimte voor een minnelijke regeling. Ook zouden pachters en verpachters kunnen afspreken dat zij zich conformeren aan de uitspraak van de hoogste rechter, en dan zou er bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met het in depot zetten van een bedrag in afwachting van de uitspraak. Dit is maatwerk.

Voor de andere zaken (erfpacht, inscharing, samenwerkingsverbanden, nalatenschappen) geldt in wezen hetzelfde, onzekerheid voor beide partijen. Als advocaat probeer je natuurlijk zoveel mogelijk argumenten te verzamelen die het standpunt van de cliënt ondersteunen. Daarbij zal in de eerste plaats gekeken worden naar de inhoud van het contract. Verder zal uiteraard een beroep worden gedaan op jurisprudentie inzake min of meer vergelijkbare productie- en vermogensrechten die we in de landbouw kennen, zoals het melkquotum, het bietenquotum, varkens- en pluimveerechten en de toeslagrechten. De jurisprudentie is echter niet altijd eenduidig.

Tenslotte zal in veel zaken een beroep gedaan worden op het beginsel van redelijkheid en billijkheid, gerelateerd aan de specifieke omstandigheden van het geval.

In algemene zin zou ik willen adviseren: probeer er op basis van argumenten uit te komen, maar gezien de grote financiële belangen zullen er ook zaken zijn waar de rechter uiteindelijk de knoop zal moeten doorhakken.

 

Piet Stehouwer, Bout advocaten

 

Contact

  • 050 314 0 840
  • [email]

Blog