Blog

De Meststoffenwet: welke grond telt mee?

07/12/2017 - Agrarisch

In de praktijk komt het helaas regelmatig voor dat een veehouder wordt geconfronteerd met een bestuurlijke boete in verband met het overschrijden van de gebruiksnorm dierlijke mest en/of de stikstofgebruiksnorm en/of de fosfaatgebruiksnorm. Omdat de boetes worden berekend aan de hand van de kilogrammen overschrijding, kan dit behoorlijk in de papieren gaan lopen. In bezwaar- en beroepsprocedures spitst de discussie zich vaak toe op de vraag of bepaalde door de veehouder opgegeven percelen al dan niet moeten worden meegeteld. In dit artikeltje zet ik enkele aandachtspunten op een rij.

De “basis” is artikel 1 lid 1 sub h Meststoffenwet, waarin het begrip “landbouwgrond” wordt gedefinieerd als “grond waarop daadwerkelijk enige vorm van landbouw wordt uitgeoefend”. Op grond van deze bepaling zijn percelen industriegrond, recreatieterreinen, bermen en dergelijke door bestuursrechters niet als landbouwgrond aangemerkt, ook al beschikte de veehouder over een grondgebruikersverklaring of een pachtcontract en ook al werden er balen grasgewas geoogst. Het is lastig om precies aan te geven wanneer het net wel of net geen landbouwgrond is, rechters verschuilen zich vaak achter de dooddoener dat dit afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Wordt op bijvoorbeeld een perceel industrieterrein gewoon gras ingezaaid, bemest en vee geweid, dan zou ik menen dat het wel landbouwgrond is, ook al is de planologische bestemming industrie.

Een tweede belangrijke definitie is “ tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond” (artikel 1 sub m Meststoffenwet). Dit is de “in Nederland gelegen oppervlakte landbouwgrond, die in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf in gebruik is”. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven legt deze definitie in vaste jurisprudentie zo uit  dat daarvoor bepalend is of de betrokken landbouwer de feitelijke beschikkingsmacht over de grond heeft en dat hij in staat is om teeltplan en bemestingsplan op elkaar af te stemmen en deze te  realiseren.

Verder moet er sprake zijn van een geldige gebruikstitel, dat kan o.a. zijn een pachtcontract of een grondgebruikersverklaring. Ik hoor regelmatig de redenering “als ik maar een pachtcontract of grondgebruikersverklaring heb, dan telt de grond mee”.

Deze redenering klopt niet! Ingeval van controle door de NVWA wordt altijd naar de feitelijke situatie gekeken. Daarbij wordt ook beoordeeld of degene die de grond heeft opgegeven wel de enige gebruiker van het perceel is geweest (exclusief gebruiksrecht). Zo heeft de rechtbank Gelderland in een recente uitspraak beslist dat grond die door een veehouder met een grondgebruikersverklaring was opgegeven, welke grond tevens door de eigenaar werd gebruikt voor het weiden van paarden en zoogkoeien, niet meetelde.

De les die we uit deze uitspraak kunnen leren is: zorg ervoor dat u de enige gebruiker bent en zorg ervoor dat de grond op dezelfde wijze als uw andere landbouwgrond wordt gebruikt, onder andere wat de bemesting betreft. Ik realiseer me dat u er belang bij hebt om een zo groot mogelijke oppervlakte op te geven, maar doe het dan wel goed.

 

Piet Stehouwer, Bout advocaten

Contact

  • 050 314 0 840
  • [email]

Blog