Blog

Kopiëren dagboeken Anne Frank ondanks auteursrecht

13/01/2016 - IT/IE

Op de tekst in bijvoorbeeld een boek, een tijdschrift of een blog rust over het algemeen auteursrecht. Dat auteursrecht komt vaak toe aan de schrijver van de tekst, maar ook een ander dan de schrijver kan het auteursrecht hebben en daarmee auteursrechthebbende zijn. Op grond van het auteursrecht mag de auteursrechthebbende – simpel gezegd – verbieden dat een ander de tekst kopieert of publiceert. Om die reden zal een ander, wanneer hij of zij de tekst wil kopiëren of publiceren, daarvoor toestemming van de auteursrechthebbende moeten hebben. Daarop zijn echter enkele uitzonderingen. Een (waarschijnlijk) bekende uitzondering is het gebruik van een gedeelte van de tekst oftewel een citaat. Een (waarschijnlijk) minder bekende uitzondering is wanneer handhaving van het auteursrecht in strijd is met grondrechten, ook wel mensenrechten genoemd. De rechtbank Amsterdam heeft over die uitzondering, in een procedure tussen het Anne Frank Fonds (als eiseres) en de Anne Frank Stichting en de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (als gedaagden), op 23 december 2015 een opmerkelijke uitspraak gedaan.

De procedure was opgestart door het Anne Frank Fonds uit Basel (Zwitserland). Het Anne Frank Fonds is auteursrechthebbende van (de teksten in) de dagboeken van Anne Frank. Zij wist dat de Amsterdamse Anne Frank Stichting – in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen – onderzoek deed naar de manuscripten van Anne Frank. Het Anne Frank Fonds had vernomen dat de Anne Frank Stichting van plan was om de manuscripten met de resultaten van het onderzoek te publiceren had en dat zij de manuscripten (anders dan voor eigen gebruik) had gekopieerd. Het Anne Frank Fonds kon zich daarin niet vinden. Zij beriep zich op haar auteursrecht en stelde dat de Anne Frank Stichting de manuscripten niet mocht kopiëren en publiceren. Het Anne Frank Fonds vroeg de rechtbank daarom – onder meer – om het gebruik van de manuscripten te verbieden.

Auteursrecht vervallen?

De Anne Frank Stichting ging er aanvankelijk vanuit dat het auteursrecht op de dagboeken vervallen was en dat het Anne Frank Fonds zich daarom niet meer op het auteursrecht kon beroepen. Het auteursrecht vervalt op grond van (artikel 37 van) de Auteurswet namelijk door verloop van 70 jaren nadat de auteur is overleden. Omdat Anne Frank in 1945 is overleden, werd gesteld dat het auteursrecht op 1 januari 2016 vervallen zou zijn. De rechtbank overwoog echter, net zoals de Anne Frank Stichting kennelijk zelf tijdens de procedure had geconstateerd, dat het auteursrecht nog niet op alle werken van Anne Frank vervallen was. Zij noemt in haar uitspraak dat:

“In de [… Auteurswet] gold tot 1995 een beschermingsduur van 50 jaren. Voor postuum gepubliceerde werken echter verviel het auteursrecht niet 50 jaar na de dood van de auteur, maar na 50 jaar, te rekenen vanaf de 1e januari van het jaar volgend op dat waarin het werk voor het eerst rechtmatig werd openbaar gemaakt. Bij de invoering van de nieuwe beschermingstermijn van 70 jaar is de afwijkende regel voor postume werken vervallen. Ook voor postuum gepubliceerde werken geldt thans dat deze een beschermingsduur kennen van 70 jaar te rekenen vanaf de 1e januari van het jaar volgend op het sterfjaar van de maker. […] In artikel 51 [… van de Auteurswet] is als overgangsregeling opgenomen – voor zover hier van belang – dat de nieuwe wet een beschermingsduur die al is aangevangen, op de dag voor inwerkingtreding van dit artikel (29 december 1995) niet kan verkorten.”[1]

Volgens de rechtbank betekent het voorgaande dat de oude auteurswet van toepassing is, en aldus dat de werken van Anne Frank door de “oude” termijn van 50 jaren worden beschermd, wanneer die termijn langer is dan 70 jaar na het sterfjaar van Anne Frank. Omdat een deel van de werken van Anne Frank is opgenomen in het boek “Het Achterhuis”, dat is 1947 is gepubliceerd, geldt voor dit deel van de werken van Anne Frank dat het auteursrecht 70 jaar na het overlijden van Anne Frank oftewel met ingang van 1 januari 2016 is vervallen. Voor de delen die niet in “Het Achterhuis” maar voor het eerst zijn openbaar gemaakt in 1986, geldt dat het auteursrecht is vervallen 50 jaren na 1 januari 1987. Het auteursrecht op die delen is aldus nog niet vervallen, waardoor het Anne Frank Fonds zich nog steeds op het auteursrecht kon beroepen.

Citaatrecht?

Hoewel de Anne Frank Stichting kennelijk zelf al constateerde dat het auteursrecht nog niet op alle werken van Anne Frank vervallen was, gooide zij de handdoek niet in de ring. Zij verweerde zich door zich te beroepen op het citaatrecht. Volgens de rechtbank gaat die vlieger in dit geval echter niet op. Nog afgezien van de vraag of het kopiëren van teksten aan te merken is als citeren, is volgens de rechtbank:

“[…] geen sprake van het overnemen van een gedeelte, maar van het gehele werk. Weliswaar is niet uitgesloten dat onder bijzondere omstandigheden ook de overname van een geheel werk onder exceptie van artikel 15a […van de Auteurswet] toelaatbaar is, maar dat van een dergelijk geval hier sprake is, is onvoldoende onderbouwd. Het gaat hier om een beperking die restrictief moet worden uitgelegd.”[2]

Van een citaat was – anders gezegd – aldus geen sprake, omdat niet een gedeelte maar de gehele tekst was gekopieerd. De Anne Frank Stichting kon zich daarom niet op het citaatrecht beroepen.

Wetenschappelijk onderzoek

Naast het citaatrecht, en een aantal andere weinig succesvolle verweren, beriep de Anne Frank Stichting zich tenslotte en met meer succes erop dat zij de werken van Anne Frank voor wetenschappelijke doeleinden had gekopieerd en zou willen publiceren. De Anne Frank Stichting bracht daarbij naar voren:

“dat in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie […] is bepaald dat “het wetenschappelijk onderzoek vrij [is]” en dat het belang van onderhavige wetenschappelijk onderzoek groot is. Het gaat om een onderwerp van groot historisch en maatschappelijk belang dat bijdraagt aan de bestrijding van discriminatie en revisionisme. De toegevoegde waarde van het wetenschappelijk onderzoek ligt onder meer in de uitvoerige analyse van Anne Frank als schrijfster. Toewijzing van de vorderingen van het Fonds zou een aanzienlijke beperking zijn op de grondrechten van de […Anne Frank Stichting]. De omvang van deze beperking staat niet in verhouding tot het geringe – zuiver formele – belang van het […Anne Frank Fonds] bij strikte handhaving van zijn auteursrecht […]”[3]

De rechtbank overweegt dat de Anne Frank Stichting weliswaar inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het Anne Frank Fonds, maar dat het belang van het Anne Frank Fonds bij handhaving van het auteursrecht vervolgens afgewogen dient te worden tegen de grondrechtelijk beschermde belangen van de Anne Frank Stichting. Die grondrechtelijk beschermde belangen bestaan in dit geval uit het belang van wetenschappelijk onderzoek. Wanneer dat grondrechtelijk beschermd belang meer gewicht toegekend wordt, dient de handhaving van het auteursrecht aldus daarvoor te wijken. De rechtbank overweegt daarover dat:

“het […] voor zich [spreekt] dat het voor gedegen tekstueel wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk is dat de onderzoekers de beschikking moeten kunnen hebben over enkele exemplaren van de te onderzoeken teksten. Zonder deze verveelvoudigingen kan immers geen kennis worden genomen van het bronmateriaal en wordt onderzoek feitelijk onmogelijk. […] Vast staat voorts dat de inbreuk op het auteursrecht van het Fonds waarvan bij dit onderzoek sprake is, niet verder strekt dan het ter beschikking stellen van slechts enkele verveelvoudigingen van de werken, die slechts ter beschikking staan van een beperkt aantal direct met het onderzoek belaste onderzoekers. De inbreuk op het auteursrecht heeft daarmee slechts minimale impact.”[4]

Aangezien het Anne Frank Fonds niet nader heeft kunnen toelichten waarom het auteursrecht in dit geval niet dient te wijken voor het (grondrechtelijk) belang van wetenschappelijk onderzoek, en de inbreuk op het auteursrecht beperkt te noemen is, oordeelt de rechtbank dat het belang van de Anne Frank Stichting prevaleert boven het belang van het Anne Frank Fonds bij handhaving van haar auteursrecht. Het Anne Frank Fonds haalt aldus bakzijl. Hoewel dat zich niet vaak zal voordoen, laat de uitspraak zien dat (handhaving van) het auteursrecht in voorkomend geval onderspit delft voor (andere) grondrechten zoals het belang van wetenschappelijk onderzoek.

 

Tim Bodewes

 

 

Hebt u nog vragen over het auteursrecht? Neem dan contact met op de ICT-IE-branche via info@boutoveres.nl.

 

[1] Rechtbank Amsterdam 23 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9312, r.o. 4.3 (zie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2015:9312).
[2] Rechtbank Amsterdam 23 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9312, r.o. 4.7.1.
[3] Rechtbank Amsterdam 23 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9312, r.o. 4.8.1.
[4] Rechtbank Amsterdam 23 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9312, r.o. 4.8.3.

Contact

  • 050 314 0 840
  • [email]

Blog