Blog

Slapend dienstverband: einde loondoorbetalingsplicht maar niet einde re-integratieplicht

12/12/2016

 

Naar aanleiding van een recente uitspraak van het Hof Den Bosch[1] is het goed om de zgn. slapende dienstverbanden binnen het bedrijf nog eens onder de loep te nemen. Van een slapend dienstverband spreken we als de loondoorbetalingsverplichting na twee jaar ziekte (Einde Wachttijd, EWT) is verstreken [2], maar het dienstverband niet formeel wordt beëindigd.

Veel werkgevers hebben de dossiers van deze werknemers in de kast gestopt om niet geconfronteerd te worden met het uitbetalen van een in sommige gevallen hoge transitievergoeding. Dit betekent dat deze dienstverbanden door lopen. In de meeste gevallen is er geen contact meer tussen werkgever en de langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Als deze laatste ander werk heeft gevonden, blijft vaak een opzegging van het dienstverband achterwege.

In de uitspraak van het Hof Den Bosch van 22 november 2016 heeft de werknemer na de periode van de loonsanctie opnieuw bij de werkgever aangeklopt en aangeboden zijn eigen of ander passend werk te verrichten. De kantonrechter had de hieraan gekoppelde vordering tot tewerkstelling en loonbetaling afgewezen. Het Hof oordeelt echter dat er inmiddels nieuw medisch bewijs ligt waaruit geconcludeerd moet worden dat er voor deze arbeidsongeschikte werknemer wel mogelijkheden zijn om het eigen werk weer gedeeltelijk of ander passend werk binnen het bedrijf van werkgever op te pakken. Het Hof verwijst de zaak door voor een deskundigenoordeel. Even vooruit redenerend, als uit het deskundigenoordeel blijkt dat werkgever zijn re-integratie verplichtingen niet voldoende is nagekomen, zal de loonvordering nog wel eens behoorlijk kunnen oplopen. In dit geval start de loonvordering eind maart  2013. Het Hof oordeelt in november 2016 met deze tussenuitspraak. Het gaat om een salaris van € 3.400 bruto per maand (exclusief toeslagen) …..

Omdat de ministerraad eind november jl. heeft ingestemd met een wetsvoorstel van Minister Asscher om de transitievergoeding die betaald moet worden aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers te compenseren[3], is het goed om de slapende dienstverbanden nog eens goed te (laten) beoordelen. De compensatie zal waarschijnlijk qua hoogte gelijk zijn aan het recht op transitievergoeding op de datum waarop de 104 weken arbeidsongeschiktheid eindigt. De periode daarna waarin het dienstverband al dan niet wegens een loonsanctie doorloopt, zal waarschijnlijk niet voor compensatie in aanmerking komen.

Kortom, twee redenen om de dossiers van slapende dienstverbanden nog eens te bekijken:

  1. Om langslepende procedures als deze bij het Hof te voorkomen, en
  2. de hoogte van de transitievergoeding te beperken;

en te beoordelen of er middels een vaststellingsovereenkomst (vso) alsnog een einde aan het dienstverband kan worden gemaakt of dat er toestemming van het UWV nodig is. Voor de criteria die gelden bij een ontslagaanvraag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid verwijs ik naar de bijdrage die elders op de website onder rechtsgebieden bij het onderdeel arbeidsrecht is geplaatst.

Mochten er naar aanleiding van dit artikel nog vragen rijzen, aarzelt u niet om contact op te nemen met onze arbeidsrechtspecialisten.

[1] Uitspraak Gerechtshof ‘s – Hertogenbosch d.d. 22 november 2016, ECLI:NL:GHSHE: 2016:5209

[2] en in geval van een loonsanctie als er na maximaal drie jaar arbeidsongeschiktheid geen salaris meer hoeft te

worden betaald

[3] Het wetsvoorstel wordt momenteel voor advies doorgestuurd naar de Raad van State, de inhoud van het

wetsvoorstel wordt pas openbaar gemaakt bij indiening bij de Tweede Kamer.

Contact

  • 050 314 0 840
  • [email]

Blog