Blog

Zwemmen in stroop: een jaar procederen in fosfaatzaken

03/12/2018 - Agrarisch

Zwemmen in stroop: een jaar procederen in fosfaatzaken

Het is inmiddels bijna een jaar geleden dat de eerste fosfaatbeschikkingen werden verzonden. Tijd om een tussenbalans op te maken. In deze bijdrage geef ik een beknopte samenvatting van de stand van zaken van de verschillende lopende procedures en geef ik mijn visie op de gang van zaken tot dusver. Ik beperk me daarbij tot het bestuursrecht, en dan hebben we met twee instanties te maken, RVO en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB).

Rvo

Een groot aantal melkveehouders heeft bezwaar gemaakt tegen de fosfaatbeschikking en/of een beroep gedaan op een knelgevallenregeling en/of een beroep gedaan op artikel 1 Eerste Protocol EVRM ( disproportionele last). Op grond van uitspraken van het  CBB moet RVO alle bezwaren en aanvragen van een melkveehouder gecombineerd behandelen, hetgeen uitmondt in één besluit (waartegen vervolgens beroep kan worden ingesteld bij het CBB). Dat is praktisch, maar het leidt in veel gevallen tot een enorme vertraging in de besluitvorming, met name voor de bedrijven die hun beroep op de disproportionele last nader moeten onderbouwen aan de hand van accountants verklaringen en verklaringen van de bank. Dit is nu juist de categorie ondernemers die in financieel zwaar weer verkeren en dringend behoefte hebben aan duidelijkheid. Ik heb de indruk dat bij het Ministerie de politieke wil ontbreekt om deze groep (met name degenen die hebben geïnvesteerd in stallen) tegemoet te komen, en dat zou betekenen dat velen van hen genoodzaakt zouden zijn om alsnog de gang naar het CBB te maken.

Verder heeft RVO de afgelopen maanden beslist op veel aanvragen voor de knelgevallenregeling. Het valt op dat men uiterst terughoudend is met het toewijzen van aanvragen van nieuw gestarte bedrijven, vaak met als motivering dat het om overname van een bestaand bedrijf zou gaan. De regeling is op dit punt verre van duidelijk en het staat allerminst vast of deze besluiten de toets van het CBB kunnen doorstaan. Gezien de grote belangen zullen veel veehouders besluiten om hun zaak aan het CBB voor te leggen.

In algemene zin moet worden opgemerkt dat de wettelijke termijnen vaker niet dan wel worden gehaald. Dat leidt tot veel frustratie.  De remedie daartegen is RVO in gebreke stellen, maar als dat vervolgens leidt tot een afwijzing met een standaard-achtige motivering, dan schiet je daarmee nog niet zoveel op. Van makelaars hoor ik dat overdrachten van fosfaatrechten veel minder soepel verlopen ( en dat er vaker iets fout gaat) ,  dan overdrachten van pluimvee- en varkensrechten, terwijl de systematiek hetzelfde is.  RVO lijkt, al met al, onvoldoende toegerust om alle taken die  in het fosfaatdossier op haar afkomen adequaat te kunnen uitvoeren. Wellicht kan de NMV haar invloed aanwenden om de Minister aan te sporen de kinderziektes er uit te halen en de capaciteit verder te vergroten, zodat de achterstanden kunnen worden weggewerkt.

CBB

Het CBB is in 2018 overspoeld met een ware tsunami aan nieuwe zaken over fosfaatrechten, en dat terwijl er ook nog diverse procedures over het fosfaatreductieplan lopen. Tekenend is dat het wel vier weken duurt voordat je ontvangstbevestiging van een nieuwe zaak ontvangt, waar dat voorheen nog geen week duurde. Dat roept herinneringen op aan de jaren ’80, toen hetzelfde College opeens werd geconfronteerd met een groot aantal procedures over het melkquotum. Toen duurde het soms wel twee of drie jaar voordat op een beroep werd beslist, en het valt te vrezen dat we dat nu weer gaan meemaken. Anderzijds zullen er veel min of meer vergelijkbare ( categorieën van) zaken op het bordje van het CBB liggen (denk bijvoorbeeld aan beroepen tegen de “herbeschikkingen” van vleesveehouders), en men gaat deze ongetwijfeld rubriceren en lijnen uitzetten. Maar dan kan niet wegnemen dat ook bij het CBB de capaciteit wel eens de remmende factor kan gaan worden.

Conclusie

Wat de fosfaatrechten betreft lijkt het rechtssysteem krakend en piepend vast te lopen, en degenen die een procedure hebben lopen zijn daarvan de dupe. Dat baart zorgen, en de Vereniging van Agrarisch Recht advocaten heeft dit onlangs middels een brandbrief aan de Minister kenbaar gemaakt. Het zou de Minister sieren indien daarmee rekening gehouden zou worden met het bestraffen (via het strafrecht of via het bestuursrecht) van degenen die als gevolg van de trage procedures nog geen duidelijkheid hebben over hun fosfaatrechten.

 

Contact

  • 050 314 0 840
  • [email]

Blog