Wanneer is het bewijsvermoeden van toepassing?

In mijn praktijk als advocaat gespecialiseerd in aardbevingsschade, heb ik, mr. D.J. Meijer, veel te maken met het bewijsvermoeden uit artikel 6:177A van het Burgerlijk Wetboek. In geschillen met het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) wordt vaak gediscussieerd over de vraag of dit bewijsvermoeden op een bepaalde schade of situatie van toepassing is. In deze blog zal ik uitleggen wat het bewijsvermoeden is en wanneer het bewijsvermoeden van toepassing is. Ook leg ik uit wanneer het bewijsvermoeden is weerlegd. Ten slotte geef ik een tip over het bewijzen van het verband tussen schades en de aardbevingen.

Wat is het bewijsvermoeden?

Het bewijsvermoeden voor mijnbouwschades is geregeld in artikel 6:177A van het Burgerlijk Wetboek en luidt als volgt:

    1. Bij fysieke schade aan gebouwen en werken, die naar haar aard redelijkerwijs schade door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of gasopslag bij Norg of de gasopslag bij Grijpskerk zou kunnen zijn, wordt vermoed dat die schade veroorzaakt is door de aanleg of de exploitatie van dat mijnbouwwerk.
    2. De benadeelde kan zich slechts beroepen op het vermoeden, bedoeld in het eerste lid, indien hij de exploitant, bedoeld in artikel 177, op diens verzoek de relevante bescheiden betreffende het gebouw of werk ter inzage geeft indien hij daarover beschikt, en de exploitant genoegzaam gelegenheid geeft de schade te onderzoeken.
    3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen een of meer gebieden worden vastgesteld waarbinnen het vermoeden, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval geldt.

Daaruit volgt dat een schade wordt vermoed mijnbouwschade te zijn, als het bewijsvermoeden van toepassing is.

Wanneer is het bewijsvermoeden van toepassing?

Er zijn drie voorwaarden om het bewijsvermoeden te kunnen toepassen. Deze drie voorwaarden zijn:

  1. De schade betreft fysieke schade aan een gebouw of werk;
  2. De schade kan naar zijn aard redelijkerwijs veroorzaakt zijn door het winnen van gas in het Groningenveld of het opslaan van gas bij Grijpskerk of Norg;
  3. De benadeelde heeft de exploitant voldoende inzage en onderzoek geboden;

Hierna zal ik iedere voorwaarde uitleggen.

1. De schade betreft fysieke schade

Het bewijsvermoeden is enkel van toepassing op fysieke schade op gebouwen of werken. Daaruit volgt dat het bewijsvermoeden niet van toepassing is op immateriële schade, of fysieke schade aan iets dat geen gebouw of werk is zoals een braakliggend perceel. Een gebouw is een door muren omsloten ruimte, zoals een woning, schuur of kantoor. Een werk is een breder begrip en ziet ook op objecten zoals hekwerken, pilaren of drainage.

2. De schade kan naar zijn aard redelijkerwijs veroorzaakt zijn door het winnen van gas in het Groningenveld of het opslaan van gas bij Grijpskerk of Norg;

Dit vereiste valt uiteen in twee delen. Allereerst moet de schade naar zijn aard mijnbouwschade kunnen zijn. Dat betekent dat schades die naar zijn aard geen mijnbouwschade kunnen zijn, niet onder het bewijsvermoeden vallen. Daarbij kan worden gedacht aan:

  • bakscheuren;
  • craquèle in tegels of stucwerk;
  • roest;

Het IMG heeft een lijst van schades die naar zijn aard geen mijnbouwschade zijn.

Let op! Vaak wordt een schade ten onrechte aangewezen als een schade die naar zijn aard geen mijnbouwschade kan zijn. Zo wordt vaak scheurvorming over het hoofd gezien of wordt onvoldoende onderzoek verricht naar de omvang van de schade. Lees daarom goed de voorwaarden van het IMG en vraag bij twijfel hulp van een advocaat. Mijn bijstand in mijnbouwschadezaken tegen het IMG is gratis binnen de subsidieregeling Mijnbouwschade van de Raad voor Rechtsbijstand. Je kunt daarom rechtstreeks contact opnemen via meijer@boutadvocaten.nl of 050-314 0840.

Ook moet het gebouw of werk binnen het effectgebied van het Groningenveld, of de gasopslagen Norg en Grijpskerk, liggen. Daar is sprake van als het binnen 6 kilometer van het Groningenveld of de gasopslagen ligt, of als de maximaal opgetreden trillingssnelheid boven 2,00 mm/s uitkomt. Voor bijzonder kwetsbare objecten kan een lagere trillingstijd van toepassing zijn.

3. De benadeelde heeft de exploitant voldoende inzage en onderzoek geboden

Als je een beroep wil doen op het bewijsvermoeden, dan moet je de exploitant (vaak de NAM) of het IMG voldoende gelegenheid bieden om zelf onderzoek te doen naar de schades. De exploitant of het IMG mag dan een eigen expert onderzoek laten doen naar de schade aan jouw object. Als je dit onderzoek weigert, dan kun je geen beroep doen op het bewijsvermoeden. Dat kan onder omstandigheden anders zijn.

Wanneer is het bewijsvermoeden weerlegd?

Het bewijsvermoeden is een wettelijk vermoeden van het verband tussen schades en de gaswinning in het Groningenveld. Het gaat dus om een vermoeden. Dit vermoeden kan worden weerlegt. In geschillen met het IMG is het bewijsvermoeden weerlegd zodra het IMG een evident en aantoonbaar andere oorzaak van de schade kan aantonen. In geschillen met de exploitant is het bewijsvermoeden weerlegd zodra de exploitant aannemelijk maakt dat de schade niet is veroorzaakt door de trillingen in de bodem.

Er zit dus een verschil in het toetsingskader van de burgerlijke rechter en de bestuursrechter. Dit verschil is van belang voor het maken van een keuze tussen een rechtstreekse procedure tegen de exploitant of een procedure bij het IMG. Als je kiest voor een procedure tegen de exploitant, kun je in beginsel niet meer terecht bij het IMG. Daarom is het van belang om je goed te laten adviseren over deze keuze, bij voorkeur door een advocaat die gespecialiseerd is in aardbevingsschade in Groningen.

Tip van mr. Meijer: schakel contra-expertise in

In een adviesrapport kan deskundige van het IMG stellen dat het bewijsvermoeden is weerlegd. Leg je daar nooit zomaar bij neer! Mijn ervaring is dat de eerste beoordeling van een schade zeker niet hoeft te kloppen. Daarom raad ik je aan om een adviesrapport altijd te laten controleren door een deskundige advocaat of bouwkundige.

Als advocaat gespecialiseerd in aardbevingsschade kan ik jou adviseren over de beoordeling van schades aan jouw woning of bedrijfspand. Mijn bijstand in mijnbouwschadezaken is gratis binnen de subsidieregeling Mijnbouwschade van de Raad voor Rechtsbijstand. Ook kan ik je in contact brengen met een contra-expert die de schade opnieuw kan beoordelen. Je kunt contact opnemen met mij via meijer@boutadvocaten.nl of 050-314 0840 voor een geheel vrijblijvend intakegesprek.

Veelgestelde vragen

1. Wat houdt het bewijsvermoeden in?

Het is een wettelijk vermoeden dat fysieke schade aan gebouwen verband houdt met gaswinning bij Groningen, mits aan voorwaarden is voldaan.

2. Wanneer is het niet van toepassing?

Als de schade niet fysiek is, naar zijn aard geen mijnbouwschade kan zijn, buiten het effectgebied valt, of als inspectie geweigerd is – dan geldt het vermoeden niet.

3. Hoe bewijs ik dat het bewijsvermoeden niet is weerlegd?

Door de andere oorzaak (de weerlegging) te ontkrachten, bijvoorbeeld via contra-expertise of bouwkundig onderzoek.

Onze specialisten

D.J. Meijer

lawyer