Rechtsgebieden

Procedure

De Rechtbank

Ondernemers of burgers die worstelen met een hopeloze schuldenlast, moeten eerst proberen zelf een ‘minnelijke regeling’ met de crediteuren te treffen. De Gemeentelijke Kredietbank kan daarbij hulp bieden. Pas als dat niet lukt, kan er bij de Rechtbank een beroep worden gedaan op de WSNP. Een natuurlijk persoon kan de Rechtbank verzoeken om een schuldsaneringsregeling:

  • als hij voorziet dat hij niet kan doorgaan met de betaling van zijn schulden;
  • als hij is opgehouden met betalen (dus bijna failliet is).

Het verzoekschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank. De woonplaats van de schuldenaar bepaalt welke Rechtbank bevoegd is. De schuldenaar hoeft geen griffierechten te betalen. Het verzoekschrift kan worden ingediend zonder hulp van een advocaat.

De levenspartner van de schuldenaar moet toestemming geven voor het indienen van een verzoek tot schuldsanering. Deze toestemming is niet nodig als er tussen de levenspartners geen enkele gemeenschap van goederen bestaat.

Het verzoekschrift moet een compleet beeld geven van de financiƫle situatie (bezittingen, schulden, inkomsten, vaste lasten, etc.). Ook moet de schuldenaar een verklaring overleggen, bijvoorbeeld van een kredietbank, waarin wordt aangegeven waarom een buitengerechtelijke sanering niet mogelijk is en wat de aflossingscapaciteit is.

De Rechtbank doet na ontvangst van het verzoekschrift zo snel mogelijk uitspraak.

De aanvraag wordt afgewezen:

  • als de verstrekte informatie onvolledig is;
  • als de schuldenaar toch in staat is om zijn schulden te betalen (ook al is het met moeite);
  • als er goede redenen zijn om te verwachten dat de schuldenaar zal proberen zijn schuldeisers te benadelen of op een andere manier zijn verplichtingen niet zal nakomen;
  • als er al een schuldsanering loopt.

De aanvraag kan worden afgewezen als de schuldenaar in de afgelopen tien jaar in staat van faillissement is geweest of al eerder betrokken is geweest bij een schuldsaneringsregeling.

De WSNP is alleen mogelijk voor natuurlijke personen. Deze personen kunnen een onderneming hebben in de vorm van een eenmanszaak, een vennootschap onder firma (VOF) of een commanditaire vennootschap (C.V.). De schulden van de onderneming worden dan opgenomen in de regeling.

Mensen