Ondernemers of burgers die worstelen met een hopeloze schuldenlast, moeten eerst proberen zelf een ‘minnelijke regeling’ met de crediteuren te treffen. De Gemeentelijke Kredietbank kan daarbij hulp bieden. Pas als dat niet lukt, kan er bij de Rechtbank een beroep worden gedaan op de WSNP. Een natuurlijk persoon kan de Rechtbank verzoeken om een schuldsaneringsregeling:
Het verzoekschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank. De woonplaats van de schuldenaar bepaalt welke Rechtbank bevoegd is. De schuldenaar hoeft geen griffierechten te betalen. Het verzoekschrift kan worden ingediend zonder hulp van een advocaat.
De levenspartner van de schuldenaar moet toestemming geven voor het indienen van een verzoek tot schuldsanering. Deze toestemming is niet nodig als er tussen de levenspartners geen enkele gemeenschap van goederen bestaat.
Het verzoekschrift moet een compleet beeld geven van de financiƫle situatie (bezittingen, schulden, inkomsten, vaste lasten, etc.). Ook moet de schuldenaar een verklaring overleggen, bijvoorbeeld van een kredietbank, waarin wordt aangegeven waarom een buitengerechtelijke sanering niet mogelijk is en wat de aflossingscapaciteit is.
De Rechtbank doet na ontvangst van het verzoekschrift zo snel mogelijk uitspraak.
De aanvraag wordt afgewezen:
De aanvraag kan worden afgewezen als de schuldenaar in de afgelopen tien jaar in staat van faillissement is geweest of al eerder betrokken is geweest bij een schuldsaneringsregeling.
De WSNP is alleen mogelijk voor natuurlijke personen. Deze personen kunnen een onderneming hebben in de vorm van een eenmanszaak, een vennootschap onder firma (VOF) of een commanditaire vennootschap (C.V.). De schulden van de onderneming worden dan opgenomen in de regeling.