Actualiteit aanbestedingsrecht

Betekent dagelijks een maaltijd bezorgen, dat je elke dag een maaltijd moet bezorgen? Het lijkt misschien een vraag waar alleen aanbestedingsjuristen over kunnen discussiëren, maar deze zaak bewijst dat niets minder waar is, of toch?

Als je wil inschrijven voor een opdracht van een aanbesteding moet je voldoen aan bepaalde geschiktheidseisen. De vereisten staan in het document van de opdracht en moeten op een duidelijke, precieze en op ondubbelzinnige wijze worden geformuleerd. De graadmeter is dat behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende gegadigden de formuleringen in de aanbestedingsstukken kunnen begrijpen en op dezelfde manier kunnen interpreteren. Een aanbestedingsprocedure moet namelijk transparant verlopen waardoor de kans op een ongelijke behandeling zoveel mogelijk wordt beperkt.

In een recente uitspraak van de voorzieningenrechter in Den Haag is er een discussie ontstaan tussen de aanbestedende dienst en de inschrijvers van de opdracht over het woord dagelijks dat omschreven staat in de geschiktheidseis.[1] Wat was er in die zaak aan de hand?

Geschiktheidseis

Het COA heeft een Europese aanbestedingsprocedure georganiseerd voor contractering van leveringen en diensten voor haar opvanglocaties waar bewoners niet zelfstandig een warme maaltijd kunnen bereiden. Een inschrijver moet volgens de geschiktheidseis van de opdracht (onder andere) ervaring hebben met het dagelijks leveren en distribueren van drie maaltijden (twee keer een broodmaaltijd en één keer een warme maaltijd).

Interpretatie dagelijks

Na heel wat gunningsbeslissingen, bezwaren en weer intrekkingen van die beslissingen verder, heeft het COA de opdracht aan één inschrijver voorlopig gegund. Twee andere inschrijvers (Vitam en Umami) vissen achter het net en starten een kort geding. Vitam stelt dat alleen zij aan de geschiktheidseis voldoet met betrekking tot het dagelijks leveren en distribueren van drie maaltijden. Zij heeft immers ervaring met het leveren en distribueren van drie maaltijden zeven dagen per week en de inschrijver die de opdracht voorlopig gegund heeft gekregen niet.

Zowel het COA als de (voorlopige) winnende inschrijver menen dat het niet gaat om zeven dagen per week leveren en distribueren van drie maaltijden, maar dat het gaat om (vijf) werkdagen. Op zondag bakken bakkers immers doorgaans geen brood en maaltijden voor in het weekend kunnen ook al op werkdagen worden geleverd en gedistribueerd.

Partijen verschillen dus van mening over het woord dagelijks. Partijen leggen het woord op twee verschillende manieren uit. Dat is een probleem, omdat de formuleringen in de aanbestedingsstukken duidelijk, precies en ondubbelzinnig moeten. Welke uitleg van het woord dagelijks is juist?

Oordeel rechter

De voorzieningenrechter oordeelt dat het begrip dagelijks niet voldoet aan de voorwaarden en modaliteiten van de aanbestedingsprocedure: het begrip is niet duidelijk geformuleerd. Het begrip kan volgens de rechter namelijk op beide manieren, die partijen naar voren hebben gebracht, worden uitgelegd. Hierbij heeft de rechter de CAO-norm toegepast (naar objectieve maatstaven). Doordat het woord dagelijks op verschillende manieren kan worden uitgelegd, is de aanbestedingsprocedure niet eerlijk verlopen. Er is daarom sprake van een gebrek. Dit gebrek is volgens de rechter dusdanig ernstig dat dit gebrek alleen hersteld kan worden door een heraanbestedingsprocedure: de hele procedure begint weer van vooraf aan.

Conclusie

De uitleg van het woord dagelijks blijkt uiteindelijk een juristen discussie te zijn en ook een juristen overwinning, hoewel de gehele aanbestedingsprocedure opnieuw moet worden gevoerd. Ondubbelzinnig formuleren van teksten in aanbestedingsstukken betekent dat er maar één manier is om het te begrijpen. Laat het maar aan een aanbestedingsjurist over om uit te leggen dat dagelijks niet iedere dag hoeft te betekenen, terwijl in de Van Dale staat dat dagelijks iedere dag betekent.

Een dubbelzinnig of onduidelijk woord kan er dus voor zorgen dat een aanbestedingsprocedure geheel opnieuw gevoerd moet worden. Kies daarom alle woorden in aanbestedingsstukken zorgvuldig uit zodat de kans op discussie tot het minimum wordt beperkt en een heraanbesteding wordt voorkomen. Twijfel je toch over de woordkeuze in de documenten? Neem dan vrijblijvend contact op met Constantijn de Lange of Ninette Wouters.

[1] Rechtbank Den Haag d.d. 16 juni 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:9561.

Onze specialisten