Bij aannemingsovereenkomsten komt het in de praktijk wel eens voor dat de prijs niet van tevoren precies is vastgesteld en de aannemer daar wel een indicatie van geeft. De juridische betekenis van een dergelijke indicatie leidt vaak tot vervelende discussie en in veel gevallen wordt moet de rechter zich daar over uitlaten.
Een aannemingsovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren (art. 7:750BW).
In deze bijdrage zal ik prijsbepaling voor een werk nader duiden en adviseren wat er kan worden gedaan om onduidelijkheid over de prijs te voorkomen.
Wat staat er in de wet?
Artikel 7:752 van het Burgerlijk Wetboek (BW) luidt als volgt:
Met betrekking tot de prijs van het werk kent artikel 7:752 BW de volgende opties.
1. Wat staat er in de wet over de prijsbepaling?
De bewijslast dat een vaste prijs is overeengekomen rust op de opdrachtgever. Indien inderdaad komt vast te staan dat een vaste prijs is overeengekomen, dan is daarmee in beginsel helder welk bedrag de opdrachtgever aan de aannemer verschuldigd is en is toepassing van art. 7:752 BW niet aan de orde.
Een vaste prijs wordt in veel contacten gespecificeerd en aangegeven met de zinssnede: “de totale aanneemsom bedraag: € X”.
2. Er is een richtprijs bepaald
In het geval sprake is van een richtprijs, dan is de opdrachtgever aan de aannemer een redelijke prijs verschuldigd. Van belang is dat volgens art. 7:752 lid 2 BW de richtprijs met niet meer dan 10% mag worden overschreden. Dat is anders als de aannemer de opdrachtgever tijdig voor een overschrijding heeft gewaarschuwd. De vraag is wanneer een prijsindicatie door de aannemer als ‘richtprijs’ in de zin van de wet heeft te gelden. Vaak stelt de opdrachtgever dat door de aannemer tijdens de uitvoering van het werk (alsnog) een richtprijs (of geschatte prijs of globale prijs) is gegeven om daarmee te proberen onder betaling van de facturen uit te komen.
3. De aannemer heeft bepaalde verwachtingen gewekt
Niet iedere mededeling in het kader van de prijs heeft het karakter van een richtprijs. Uit art. 7:752 lid 1 BW volgt dat bij het bepalen van een redelijke prijs rekening wordt gehouden met de door de aannemer ter zake van de vermoedelijke prijs gewekte verwachtingen.
Een voorbeeld waarbij is komen vast te staan dat de opdrachtgever geen gerechtvaardigde verwachtingen mocht ontlenen aan een mededeling van een aannemer, betreft een zaak waarin de aannemer een inschatting van de prijs gaf voor de voorgenomen werkzaamheden maar er tevens op wees dat voor een nauwkeurig bedrag de jacht nog moest worden geïnspecteerd met een monteur en scheepsbouwer (Hoge Raad 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1142).
4. Overige mededelingen van de aannemer
Tot slot is het mogelijk dat informatie die door de aannemer is verstrekt over de prijs geen enkele juridische betekenis heeft.
In de praktijk is de uitkomst van een discussie over de vraag welke prijs de opdrachtgever aan de aannemer verschuldigd is afhankelijk is van de afweging van de rechter en erg onvoorspelbaar. Het is dan ook aan te raden om vooraf duidelijke afspraken te maken over de prijs voor de werkzaamheden.
Juridische hulp nodig?
Ik heb in de praktijk vaker meegemaakt dat partijen verdeeld zijn over het antwoord op de vraag welke prijs voor een werk is overeengekomen. Wordt u geconfronteerd met discussies over de prijs van een werk? Neem dan gerust contact op via vanelst@boutadvocaten.nl of op telefoonnummer 050-3140840. Ik help u graag door het geven van duidelijkheid over uw positie en het voeren van overleg met de wederpartij. Indien nodig kan ik u vertegenwoordigen bij de rechtbank als advocaat.